Het gebouw uitgelegd

Wanneer gebouwd, wat is wat binnen en buiten het gebouw

Korenmolen De Leeuw – het gebouw

De fundatie van de molen is ontdekt tijdens de bouw van het huidige gemeentehuis in 1960. In de kelder van het gemeentehuis is de plaats van de oude molen gemerkt met gele tegels in de vloer van de “Raadskelder” om de herinnering aan de molen uit de 16e eeuw levend te houden.

De oude vierkante molen werd door een nieuwe vervangen in de 18e eeuw. De nieuwe molen had ongeveer dezelfde omvang als de oude molen, maar was nu achtkantig, en bedekt met riet. Dit was een grondzeiler (de zeilen raakten bijna de grond) en hij behield zijn positie tot 1863.

In dat jaar kocht molenaar Martinus den Ouden een stuk land bij zijn huis in de Zijdstraat in Aalsmeer. Er werd een stenen onderbouw van 9 meter gemetseld, en de grondzeiler werd verhuisd naar en bovenop de onderbouw geplaatst. Door deze onderbouw was de molen in staat om voldoende wind te vangen op deze nieuwe locatie, onafhankelijk van de bebouwing er rondom.

 

Korenmolen De Leeuw - na 2e restauratie

Het gebouw

Type:
Een achtkante stellingmolen, die nog steeds als korenmolen wordt gebruikt.

De romp:
Een 8.10m hoge stenen onderbouw met daarop een met rietgedekte grenen achtkant, en een dito kap.

De vlucht:
22,30m

De wiekvorm:
Oudhollands

Het kruiwerk:
Draaiend op 32 ijzeren rollen en aangedreven door een kruihaspel op de stelling.

De vang:
Losse vlaamse blokvang uit vier stukken met kneppel, pal en vanghaak.

De inrichting:
2 koppels 16der kunststenen waarvan 1 elektrisch aangedreven, elektrische borstelbuil, mengketeltje.

Belangrijke jaartallen voor Korenmolen De Leeuw

Bouwjaar huidige locatie

1e restauratie

2e restauratie

Verbouw winkel

Uitgebreidere uitleg van het gebouw

Graag vertellen wij je wat uitgebreider hoe Korenmolen De Leeuw is (op)gebouwd. Hiervoor hebben wij de molen in stukken verdeeld en bespreken deze.

Begane grond, de winkel

Op de begane grond van onze molen bevindt zich de winkel waar we het gemalen graan en andere heerlijke bakproducten verkopen. Een team van zo’n 15 vrijwilligers werken bij toerbeurt in de winkel en doen hun uiterste best om de klant zo goed mogelijk te helpen met het uitkiezen van onze ambachtelijke producten. In de winkel hangt een groot scherm waarop de beelden van 4 camera’s (1 buiten, 3 binnen) te zien zijn zodat de bezoeker in een oogopslag meer te weten komt over de werking van de molen en het werk van de molenaar.

Tevens komt op de begane grond het graan binnen, dat met behulp van een luiwerk verder in de molen omhoog wordt gebracht.

Korenmolen De Leeuw - Aalsmeer - Molenwinkel

Eerste zolder, tentoonstellingsruimte

Oorspronkelijk waren dit twee opslagzolders. Nu is de eerste verdieping ingericht voor bezoekers met een tentoonstelling en een maquette. De tentoonstelling schetst door middel van mooie foto’s van Jan Ran de historische ontwikkeling van windgedreven molens, de drie nog bestaande molens van Aalsmeer en de verschillende molentypes en -functies. Een van onze molenaars, Job Kluis, heeft de bijbehorende uitleg in verklarende teksten gemaakt.

De maquette, gemaakt door Wim Kniep, brengt een aantal aspecten van Aalsmeer bijeen. Te zien is de Stommeermolen met schuur, het Schutssluisje bij fort Aalsmeer en de voetbrug bij scheepswerf Van dam. Ook zijn er op deze zolder een paar voorwerpen die met de molen van doen hebben zoals een flink tandwiel, een houten kruirol en een ijzeren viertaksrijn.

De tweede zolder, werkruimte

De tweede zolder is ingericht als werkruimte waar de winkelzakken worden gevuld en gewogen. Voorheen werd dit werk in de winkel gedaan, maar volgens de huidige hygiëne-regels kan dit niet meer in een publieksruimte worden uitgevoerd; het gaat immers om etenswaren!

 

De stelling

Vanaf de maalzolder kan de molenaar meteen de stelling op. Dat is ook nodig, want weer en vooral wind kunnen in korte tijd drastisch veranderen. De molenaar moet daarop steeds anticiperen. Zo kan het nodig zijn de molen te verkruien, of om zeil voor te leggen op de wieken. Het kruien gebeurt dus vanaf de stelling. Omdat te kunnen doen, wordt de molen eerst stil gezet, “gevangen”. Door middel van het vangtouw en de vangstok kan de molenaar vanaf de stelling de vangbalk bedienen en zo de vang om het bovenwiel leggen. Het kruirad, onder aan de staartbalk, is door de kruiketting verbonden met de stelling. Nadat de bezetketting en de spaakketting zijn losgemaakt, kan door het kruirad te draaien de staartbalk naar het bevestigingspunt van de ketting op de stelling worden getrokken.

Korenmolen De Leeuw - De stelling
Korenmolen De Leeuw - De wieken 2

De wieken

De molenaar bekijkt met welke windsterkte hij of zij te maken heeft en op grond daarvan wordt bepaald of er zeilen voor de wieken gelegd moeten worden. Bij een sterke wind draaien de wieken zonder zeil. Er wordt wel eens gezegd dat de molen dan met blote benen draait. Om de zeilen voor te kunnen leggen, zal de molenaar het weggerolde zeil eerst moeten losmaken om daarna de wiek in te klimmen en de lussen om de kikkers te leggen. Als molenaar moet je dus geen last hebben van hoogtevrees! Overigens kunnen molens “praten” door middel van de stand van de wieken.

Maalzolder, malen, builen, meelpijp, maalbak, molenaar, meel

Het meel dat in de meelpijp is gevallen, komt via die pijp uit in de maalbak. Aan deze bak hangt de molenaar de meelzakken om die tot een bepaald gewicht te vullen. De molenaar controleert tijdens het malen regelmatig het maalproduct. Het kan te grof of te fijn zijn en ook de temperatuur van het gemalen product verdient aandacht. Als het meel te warm wordt, gaan de enzymen in het product kapot en is het minder geschikt om brood van te bakken. Op deze zolder wordt ook het volkorenmeel gebuild. Dat wil zeggen dat bloem, zemelen en griezen van elkaar worden gescheiden. Op de maalzolder bevinden zich ook twee deuren naar de stelling.

Korenmolen De Leeuw - Steenzolder - Molenstenen 2

Steenzolder

Op deze zolder zijn de molenstenen opgesteld. In het midden van de zolder ziet men het spoorwiel, aangedreven door de koningsspil. Eenmaal in het werk gezet, zal de steenspil gaan meedraaien met het spoorwiel. De steenspil zorgt ervoor dat de loper (de bovenste van de twee stenen die kan draaien) draait. Korenmolen de Leeuw heeft twee steenkoppels met 16der kunststenen. Een 16der kunststeen is een steen met een diameter van 1,40 meter. De twee molenstenen verrichten in de korenmolen het eigenlijke maalwerk. De onderste steen, de ligger, zit vast aan de vloer van de steenzolder, met daarboven met een kleine tussenruimte de loper. De molenaar zal eerst bekijken wat voor graan er op een bepaalde dag gemalen moet worden. Afhankelijk van de vraag stort de molenaar een aantal zakken van dat graan in de kaar, de vultrechter die boven het koppel hangt. Het graan wordt vanuit het midden tussen de stenen naar buiten toe gemalen.

Beide koppels werden aanvankelijk door de wind aangedreven. Met de komst van de nieuwbouw rondom de molen alsmede de alsmaar hoger groeiende bomen in de nabijheid van de molen is de kracht en kwaliteit van de wind hard achteruit gegaan waardoor er steeds vaker “Nee” moest worden verkocht in de winkel. Om dat te voorkomen is besloten om één van de twee koppels te elektrificeren zodat ook in tijden van slechte wind er toch meel kan worden geproduceerd. Deze elektrificatie heeft in begin van 2018 z’n beslag gekregen zodat er nu altijd kan worden geproduceerd. Uitgangspunt blijft echter dat er in principe op windkracht wordt gemalen.

Zoals bij monumenten gebruikelijk is, is ook hier deze modernisering “reversibel” uitgevoerd. Dat betekent dat alle onderdelen, die voor de windaandrijving nodig waren, in de molen zijn opgeslagen zodat ten alle tijde de ombouw weer kan worden teruggedraaid met gebruikmaking van de oorspronkelijke onderdelen. 

Luizolder

De zolder onder de kapzolder is de luizolder. Hier bevindt zich het “luiwerk”. Het luiwerk is een inrichting in de molen voor het ophijsen (luien) en laten zakken (afschieten) van zakken graan en meel. Op de koningsspil (de verticaalstaande hoofdas) zit op deze zolder de luitafel. Dat is een wiel dat het luiwerk aandrijft. Het oppervlak hiervan bestaat uit populierenhout. Het luiwerk zelf bestaat uit een aangedreven wiel, een houten as (de luias) waaromheen bij het ophijsen het touw gerold wordt.

Korenmolen De Leeuw - Luizolder
Korenmolen De Leeuw - Kapzolder1

De kap en kapzolder

Evenals de luizolder zijn de kap en kapzolder niet vrij toegankelijk, zeker niet als de molen draait.

De kap is het hoogste punt in de molen. De molenaar moet daar met regelmaat zijn om bepaalde zaken te inspecteren en om aan het eind van de draaidag de bovenas te smeren op de punten waar de hals (de plek waar de as de molen binnenkomt) in de halssteen ligt en waar (aan het andere uiteinde van de as) de pen in het penlager ligt. Als smeermiddel wordt hiervoor reuzel gebruikt.

Op de stelling kan de molenaar de kap naar de meest optimale plek kruien (draaien) waar de wieken de wind goed kunnen vangen. Om dit mogelijk te maken, draait de kap over een zogenaamde “rollenwagen”. Dat is een ring met in dit geval 32 metalen rollen, die de vorm van een tonnetje hebben. Zo is de weerstand zo klein mogelijk.